Na Terzake: brief van een bezorgde bioboerin
An Verboven, bio-ingenieur, docente bodemkunde en bioboerin bij de Zonnekouter, werkte mee aan de reportage van Terzake deze week. De bedoeling was om daar de duurzame visie van biolandbouw in de beeld te krijgen, en te laten zien hoe bioboeren in de praktijk werken aan een voedingssysteem dat juist bodemverontreiniging wil voorkomen. Dat verhaal haalde helaas nooit de final cut.
In een open brief deelt ze haar teleurstelling – voor haar biobedrijf in Zulte als de gehele biosector.
Ik heb mij als bioboerin van de Zonnekouter geëngageerd om samen met BioForum mee te doen aan een reportage van Terzake omtrent het onderzoek naar zware metalen en PCB bij adolescenten. Met niet zo opbeurende resultaten voor de biosector: bleek dat van een aantal polluenten meer residuen in bloed en urine terug te vinden zijn bij jongeren die regelmatig bio-eieren en -zuivel en -noten consumeerden, vergeleken met niet- bio eters.
De bedoeling van Terzake was (zo was mij verzekerd) om biolandbouw zeker niet in een slecht daglicht te zetten, maar dit onderzoek te plaatsen in het grote plaatje van biolandbouw, en te kijken hoe wij daarmee omgaan op De Zonnekouter. Onder deze voorwaarde zagen we het wel zitten om het op de Zonnekouter te laten doorgaan.
Het resultaat dat we maandag op Terzake te zien kregen was iets helemaal anders: de Zonnekouter werd als fotoshoot gebruikt, ons inhoudelijk verhaal werd grotendeels weggeknipt, de uitleg van BioForum-directeur Lieve Vercauteren werd ingekort, waardoor er ook inhoudelijk weinig overbleef, terwijl professor Van Larebeke wel uitgebreid zijn zeg mocht doen over zijn onderzoek, en daarnaast langs zijn neus weg mocht opmerken dat het ook om fraude kan gaan in bio.
We zijn hierover verbolgen en teleurgesteld; we hebben dit ook laten weten aan de VRT-nieuwsdienst. Via deze brief wil ik met jullie delen hoe we hier als Zonnekouter naar kijken.
Weerwoord op de studie van Van Larebeke
Ondertussen verscheen ook een opiniestuk hierover van Marjolein Visser, prof agro-ecologie in Leuven, in De Standaard (17/7), waarin ze grote vragen heeft over de wetenschappelijke correctheid van de (nog niet gepubliceerde) studie wegens het gebruik van onjuiste methodieken en trekken van verkeerd onderbouwde conclusies. De reportage in Ter Zake hierover vindt ze dan ook niet kunnen.
De Standaard citeert verder in een reactie twee grote overzichtsstudies die een ander verhaal brengen: in sommige gevallen boeken bio-eters duidelijke gezondheidswinst, soms is er geen verschil. Beide bevatten bv vrijwel evenveel vitaminen, en in zowel bio- als conventioneel voedsel zijn giftige residuen en metalen te vinden. Maar wie bio eet, krijgt wel beduidend minder pesticiden binnen – wat logisch is, want het gebruik ervan in de biolandbouw is sterk beperkt. Wanneer kinderen of volwassenen overschakelen op biovoeding, bevat de urine zelfs tot 90 procent minder pesticiden. Bioboeren hebben iets beter sperma, vrouwen die minder pesticiden binnenkrijgen, worden makkelijker zwanger. Jonge kinderen die bio eten, hebben minder oorontstekingen. Biozuivel gaat samen met een lager risico op eczeem bij jonge kinderen….
Verschillende buitenlandse studies tonen de meerwaarde van biovoeding aan op vlak van meer weerstandsbevorderende stoffen als bvb antioxidanten. Dit lijkt ook logisch: een plant geworteld in een levende bodem kan immers een veel grotere diversiteit aan stoffen opnemen, waardoor ze mineralenrijker zijn en ook veel meer stoffen kunnen aanmaken die ten goede komen aan de weerstand van plant, dier en mens.
Probleem opgelost?
Probleem opgelost zou ik zeggen, maar zo gemakkelijk mogen we er ons niet van afmaken.We moeten ons bewust blijven van de trieste realiteit: ons dichtbevolkte landje heeft een zwaar industrieel (landbouw)verleden dat haar sporen heeft nagelaten, met veel giftige stoffen die ook niet zo gauw afbreken. Die verontreiniging zit overal: in lucht, drink(?) water en bodem en dus ook in onze voeding.
Daarbovenop komt nog elke dag een industrieel (landbouw)heden, waarbij het aantal nieuwe chemische stoffen die in ons milieu terechtkomen nauwelijks bij te houden is. Veelal minder persistent, in lagere gehaltes (want beter gedoseerd) maar niettemin een stevige cocktail waar niemand van weet waar dit toe leiden zal: de historische verontreiniging van de bodems van de toekomst, waar onze kleinkinderen van moeten eten.
Bio = herstellende landbouw
Biolandbouw biedt daar een antwoord op: het is een herstellende landbouw die werkt aan het levend maken van de bodem en het uitbouwen van een gezond landbouwecosysteem, waar gewassen weerbaar opgroeien en geen nood hebben aan kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Door te kiezen voor biolandbouw kunnen we dus eindelijk stoppen met ons milieu te vergiftigen, zo simpel kan het zijn.
Maar biolandbouw is ook grondgebonden, en kan dus meer in contact komen met alles wat in de bodem aanwezig is, zo kunnen bepaalde polluenten misschien ook meer in de voeding belanden.
Ik vind het schrijnend dat we als biolandbouw het nieuws moeten halen door een negatief onderzoek en voor de rest vrijwel nooit in beeld komen. De realiteit dat agro-ecologische/biolandbouw de enige landbouwvorm is die op deze aarde écht een toekomst heeft (en de aarde er ook een geeft!) krijgen maar weinig wetenschappers, politiekers of journalisten over hun lippen. Na al die jaren worden we nog altijd niet in onze waarde gezien of echt serieus genomen.
We blijven dan ook maar horen dat daar geen wetenschappelijk bewijs voor is, en dat het niet realistisch is. Zonder dat er verder moeite voor gedaan wordt om dit uit te zoeken. Maar blijven geloven dat de chemische industrie het wel zal oplossen, en alle onderzoek en financies in die richting sturen, dat is pas gevaarlijk, onwetenschappelijk en onverantwoord.
Nood aan meer onderzoek
Tal van studies wijzen echter uit dat organische stof in de bodem zich met behulp van haar levend microbioom kan binden aan zware metalen (zoals cadmium), waardoor hun beschikbaarheid voor opname door de gewassen afneemt. De natuur in al haar wijsheid zorgt hier voor een oplossing, als we dit leren zien en erkennen en er de goede omstandigheden voor creëren. Biolandbouw doet dit, door het gebruik van compost, groenbemesters en rustgewassen werkt ze aan de opbouw van organische stof (koolstof) in de bodem, en aan een levend bodemecosysteem, en dus ook aan de fixatie van ongewenste elementen.
Dit is echter werk van lange adem, en vraagt voldoende grond. Onze jonge biobedrijven zijn dikwijls erg klein en intensief, omdat ze geen toegang krijgen tot betaalbare landbouwgronden. Waardoor ze ook onvoldoende kunnen werken aan de opbouw van die broodnodige organische bodem.
De oplossing voor het probleem zou dus eerder kunnen klinken: ‘zorg voor voldoende grond voor een herstellende landbouw’, in plaats van ‘eet geen bio meer’.
Blijf kiezen voor bio
Als er iets is dat we uit dit programma wel kunnen onthouden, is het dat er veel meer onderzoek nodig is, breder en beter, over gangbare en biovoeding in al haar aspecten, over polluenten in beide, over mogelijkheden tot bodemherstel, over heilzame effecten van organisch materiaal en bodemmicrobioom. Voldoende financiële middelen hiervoor vrijmaken, de wil om het te doen, los van de lobby’s van de voedingsindustrie, is een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ook bioboeren helpen om voldoende grond ter beschikking te krijgen om bodemherstel mogelijk te maken is een politieke, gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Als bioboer moeten we op alle manieren blijven werken aan ons koolstofverhaal, aan het herstel van ons bodemecosysteem, en zo gezonde voeding telen in balans met onze natuurlijke omgeving. En als consument kunnen we blijven kiezen voor bio, omdat het ons zoveel meer geeft, en het onze aarde gezond houdt.
Wij gaan ervoor, al 24 jaar lang werken we aan een project met toekomst, zoeken we constant naar betere methodes, naar het juiste evenwicht, naar kwaliteit en weerbaarheid. We ervaren en proeven dagelijks dat het werkt, en laten ons niet onderuit halen. We hopen van u hetzelfde!
An Verboven – bioboerin bij De Zonnekouter cv, bio-ingenieur, docent bodemkunde Landwijzer