‘Onder het mom van “politieke urgentie” gooit de Europese Commissie al haar principes overboord’
Zonder brede inspraak of impactbeoordeling doet de Commissie enkele populistische voorstellen die het huidige landbouwbeleid nog verder in haar doodlopend straatje duwen. Dat schrijven Heleen De Smet (BBL), Sara Van Dyck (BioForum) en Esmeralda Borgo (Voedsel Anders) in een opiniestuk op Knack.be
De Europese Commissie deed op 15 maart een aantal voorstellen om het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aan te passen, zogenaamd om tegemoet te komen aan de zorgen van boeren en hun administratieve lasten te verminderen. De voorstellen blijken echter niets minder dan een frontale aanval op de schaarse milieu-elementen van het GLB. Deze waren sowieso al onvoldoende om de urgente biodiversiteits- en klimaatproblemen aan te pakken, zoals ook verschillende rapporten van de Europese Rekenkamer stellen.
Door belangrijke onderdelen van de groene architectuur (zoals goede landbouw- en milieucondities (GLMC’s)) te schrappen, af te zwakken of niet te handhaven, brengt het voorstel een zware slag toe aan het vermogen van het GLB om de biodiversiteit en de bescherming van de bodem te waarborgen. Nochtans maken het beschermen van biodiversiteit, het bestrijden van de klimaatverandering en het beschermen van milieu en landschap drie van de negen doelstellingen uit van het landbouwbeleid.
Welke voorstellen doet de Europese Commissie
De verplichting voor landbouwbedrijven om ‘ruimte voor de natuur’ te vrijwaren door 4% braak te leggen, wordt afgezwakt naar een vrijwillige maatregel, wat de achteruitgang van cruciale populaties van vogels, vlinders en bestuivers zal versnellen in plaats van tegengaan. De al minimale vereisten op vlak van bodembedekking en gewasrotatie moeten er eveneens aan geloven.
Zeer opmerkelijk, want dit zijn net maatregelen om onze landbouwbodems, die er al zoveel op achteruitgegaan zijn, te beschermen. Zonder kwalitatieve bodems en zonder bodembiodiversiteit, geen voedsel. Bovendien vindt de Commissie het niet meer nodig om na 2025 het landbouwbeleid in lijn te brengen met wetgeving inzake natuur en milieu.
De Commissie stelt ook voor om bedrijven kleiner dan 10 hectare niet meer te controleren op de minimale subsidievoorwaarden van het GLB. Het laten wegvallen van controles is een snelle gemakkelijkheidsoplossing. Het vermijden van overmatige administratie vraagt daarentegen om een doordachte aanpak, gebaseerd op praktijkervaring en risicoanalyses.
Willen we de toekomst voor iedereen leefbaar houden, dan moet Europa landbouwers stimuleren om werk te maken van een bedrijfsvoering die hen weerbaar maakt voor de biodiversiteit- en klimaatcrisis. De legitieme vraag van administratieve vereenvoudiging van de boeren moet gaan over het hoe en niet over het wat. Milieueisen verlagen kan niet het antwoord zijn, een einde maken aan de Kafkaëske administratie en landbouwers begeleiden en vergoeden om werk te maken van duurzame landbouwsystemen,gebaseerd op biologische en agro- ecologische principes, des te meer.
Met wat vandaag voorligt, gebeurt het tegendeel: landbouwers, zoals bioboeren die zich vandaag al volop inzetten voor milieu en klimaat, krijgen hiermee ook het verkeerde signaal.
Public money for public goods
Wetenschappelijke onderbouwing is niet langer van tel. Nog geen week geleden waarschuwde het Europees Milieuagentschap dat Europa absoluut niet voorbereid is op de klimaatverandering.
Nu schrapt de Commissie botweg de weinige maatregelen die bedoeld zijn om landbouwbedrijven weerbaar te maken tegen de milieu- en klimaatcrisis. Het is pijnlijk dat de Europese Commissie durft te laten uitschijnen dat de voorstellen “een hoog niveau van ambitie op vlak van milieu en klimaat behouden”.
Het is alarmerend dat GLB-fondsen, die een derde van de EU-begroting uitmaken en afkomstig zijn van overheidsbelastingen, zowat vrijblijvend uitgedeeld worden en dus ook niet-duurzame praktijken kunnen financieren. Veel landbouwers zijn niet op zoek naar een manier om bodem, biodiversiteit of klimaat te negeren, wel naar degelijke begeleiding om een inkomen te creëren zonder te wegen op de omgeving en de volksgezondheid. Ze moeten dan ook ondersteund worden om die omslag te kunnen maken, en vergoed worden voor de ecosysteemdiensten die ze leveren. Enkel zo kunnen ze uit de tang geraken van een beleid dat hen stuwt naar pure opbrengstmaximalisatie, vaak ten koste van milieu en gezondheid.
Inspraak en participatie
De Europese Commissie heeft een lange traditie van brede inspraak van burgers. Dit voorstel is echter besproken met slechts vier landbouworganisaties, waarvan één van hen, de sectororganisatie van de biologische landbouwers, al negatief reageerde. Andere maatschappelijke organisaties of wetenschappelijke instellingen zijn niet geconsulteerd.
Volgens de Commissie heeft dit dossier zo’n grote “politieke urgentie” dat een “ad-hoc-consultatieproces van één week” zou moeten volstaan en dat een impactanalyse op natuur en milieu overbodig zou zijn.
Dat is een opvallende vaststelling, gezien het besluitvormingsproces van het GLB meer dan zes jaar heeft geduurd, inclusief twee jaar vertraging. Hierbij is het hele brede middenveld geconsulteerd en zijn per lidstaat strategische landbouwplannen gemaakt die een invulling geven aan het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Ook die landbouwplannen moesten van de Commissie tot stand komen na een consultatieproces.
Maar nu de tractoren op straat komen en de verkiezingen voor de deur staan, kan sneller dan ooit geschakeld worden om het weinige groen uit het landbouwbeleid te halen. Ongehoord, ondemocratisch en compleet onaanvaardbaar is dat.
Door, onder het mom van het verminderen van administratieve lasten, de milieuvoorwaarden te versoepelen, gaan de echte problemen niet weg. Europa moet de rug rechten en uitleggen waarom de Green Deal levensnoodzakelijk is voor onze voedselzekerheid, gezondheid en welvaart van alle Europese burgers, ook de landbouwers. Alleen een degelijke landbouwvisie die boeren ademruimte en lange termijn zekerheid geeft om te kúnnen boeren in balans met de draagkracht van de omgeving en die landbouwers, ook financieel, begeleidt om deze visie door te vertalen in hun eigen bedrijfsvoering, geeft een antwoord op de gevoeligheden en onzekerheden die de Europese landbouwers en burgers, vandaag ervaren.