Opinie: progressieve landbouworganisaties worden in de steek gelaten door de Vlaamse regering
De biologische en agro-ecologische landbouwsector begrijpt en deelt een groot deel van de frustraties die vandaag in landbouwmiddens heerst. Maar Vlaanderen heeft vooral nood aan een breed debat over de toekomst van de landbouw, niet aan de struisvogelpolitiek die de Vlaamse regering vandaag hanteert.
Het begon vorige week, toen bleek dat enkel de grote landbouworganisaties aan tafel mochten schuiven voor het crisisoverleg. Voor partijen die een toekomstgericht landbouwmodel vooropstellen, was geen plaats voorzien. Wie pleit voor agro-ecologische of biologische landbouw in samenwerking met de natuur, was niet welkom. Intussen begrijpen we ook waarom: de eenzijdige voorstellen die nu voorliggen, zouden er anders nooit gekomen zijn.
De Vlaamse overheid gaat blijkbaar graag mee in het waanidee dat natuur en landbouw niet met elkaar te verzoenen zijn en dat elke milieudoelstelling lijnrecht ingaat tegen de belangen van de boer. Van het grondprobleem tot de administratieve overlast: de natuur is altijd de kop van Jut.
Een beter voorbeeld van struisvogelpolitiek kunnen we niet bedenken. De Vlaamse overheid maakt een karikatuur van de milieudoelstellingen en zo ook van zichzelf. Als beleidsmakers zien ze toch ook dat landbouw en economie steeds harder tegen de grenzen aanbotsen van onze leefomgeving? Het stikstofbad is vol, onze waterlopen zijn zwaar vervuild. Daar ligt de kern van het probleem.
De Vlaamse overheid maakt een karikatuur van de milieudoelstellingen en zo ook van zichzelf.
De Natuur is een bondgenoot, geen boeman
Zo’n eenzijdig, populistisch beleid is nefast voor iedereen: boeren, ondernemers, burgers. Met wat nu op tafel ligt, dreigt Vlaanderen in een juridisch moeras terecht te komen. Dat zeggen ook de milieuorganisaties. Ze hebben gelijk. Door de natuur tot boeman te bombarderen, wil de Vlaamse regering de boeren mild stemmen, maar het resultaat laat zich nu al raden. De boeren keren tevreden terug naar hun boerderij, maar binnen dit en twee jaar is Vlaanderen nog verder van huis.
Hoe we weten dat het zo zal lopen? Omdat het al 50 jaar lang de strategie is in Vlaanderen. Kop in het zand en hopen dat de problemen magisch zullen verdwijnen. Maar we leven niet in een sprookje. Milieu- en klimaatproblemen laten zich niet negeren, ze worden alleen maar groter en urgenter. Boeren vergissen zich bovendien van vijand: de natuur is een bondgenoot. Daarom aanvaarden wij alvast de uitgereikte hand van de milieubeweging.
Nu de politiek nog. Ze zijn lang genoeg het broodnodige debat over de toekomst van de landbouw in Vlaanderen uit de weg gegaan. Hoe zorgen we ervoor dat dit kleine lapje grond leefbaar is voor boeren én burgers? Dat gesprek had al lang plaats moeten vinden. We zullen het onvermijdelijk ook over het heersende landbouwmodel moeten hebben: over de veestapel, over de gevolgen van overzeese soja-import, pesticidengebruik en kunstmest op de biodiversiteit, de lucht- en de waterkwaliteit.
Werken aan een robuust landbouw- en milieubeleid dat boeren écht perspectief heeft, vergt moed en sterk leiderschap. Politici die goed opletten, zullen zien dat er vandaag al boeren zijn die landbouw en natuur zo goed mogelijk met elkaar proberen te verzoenen. Om dat te willen zien zullen ze hun kop niet alleen uit het zand moeten halen, maar ook hun nek uitsteken. Alleen zo geraken we uit deze crisis.
Lieve Vercauteren, directeur BioForum vzw
Koen Van den Noortgate, Woordvoerder VAC
Esmeralda Borgo, Medewerker Voedsel Anders