Biologische landbouw is het slachtoffer van historische vervuiling

15 juli 2024

Ter Zake bracht vanavond een reportage met de vraag: is biovoeding ongezond? Deze wat misleidende titel gaat naar ons gevoel te weinig in op de oorzaak van het probleem: de historische verontreiniging van Vlaanderen. 

Tussen 2016 en 2020 monitorde onderzoeker Nic Van Larebeke het eetgedrag van zo’n 600 Vlaamse jongeren. Daarna onderzochten ze welke milieuvervuilende stoffen er terug te vinden waren in hun bloed en urine. Uit dat nog niet gepubliceerd onderzoek blijkt nu dat de inwendige blootstelling aan enkele van die schadelijke stoffen groter is bij biologische eieren en zuivel. Intussen is duidelijk dat er aan de methodiek van het onderzoek en de reportage op TerZake heel wat schort. Dat staat woensdag te lezen in de Standaard. 

Voor alle duidelijkheid: het probleem stelt zich enkel bij biologische zuivel en eieren.

Gevonden stoffen niet afkomstig uit bioteelt

Belangrijk om te weten is over welke stoffen het gaat. Het gaat over zogenaamde ‘Forever Chemicals’, oorspronkelijk afkomstig uit industrie en gangbare landbouw, die door hun chemische samenstelling niet of heel traag afbreken in de natuur. Een deel van deze stoffen zijn al jaren verboden – met DDT als bekendste voorbeeld – maar zitten in heel Vlaanderen nog altijd in de lucht, het water en de bodem. Omdat ze zo moeilijk afbreken, stapelen ze zich op, zowel in de natuur als in dierlijke en menselijke weefsels. Onzichtbaar, maar ook niet meer weg te krijgen. 

Geen van deze stoffen zijn toegelaten of worden gebruikt in de biologische landbouw, maar we zijn er wel het eerste slachtoffer van. Hoe dat zit? De biosector hecht veel belang aan dierenwelzijn en wil dus dat dieren hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Op biologische bedrijven zitten kippen en koeien dus niet opgesloten in stallen, maar hebben ze toegang tot een buitenloop of weide, waar ze in de bodem kunnen scharrelen of grazen.  

De biosector is dus erg kwetsbaar voor de historische vervuiling in de bodem. Dat is vooral heel zuur voor al die biologische ondernemers die er door hun manier van werken alles aan doen om vervuiling te vermijden. Hetzelfde fenomeen zagen we tijdens de PFOS-crisis, toen biologische pluimveehouders hun kippen moesten ruimen omdat de uitloop dicht in de buurt van de 3M-fabriek lag.  

 Belangrijk blijft om het hele plaatje te zien. We kunnen de vergelijking maken met borstvoeding, waar een hoog gehalte aan pcb's niet opweegt tegen de voordelen. De stoffen die de onderzoekers teruggevonden hebben, zijn te wijten aan de omgevingsvervuiling. En die krijg je ook binnen als je geen bio consumeert.

Omdat biologische kippen en koeien toegang hebben tot een buitenloop, is bio kwetsbaarder voor historische vervuiling. 

Laat ons niet dezelfde fouten maken

Belangrijk is ook dat het onderzoek niet rechtstreeks biovoeding onderzocht, maar de aanwezigheid van de stoffen in personen die naast biovoeding ook gewoon leven en werken. EFSA-rapporten van pesticidemonitoring tonen systematisch aan dat op biovoeding minder pesticidenresiduen aanwezig zijn. Op 80% van de bio-stalen worden geen residuen aangetroffen.

De biologische sector is met andere woorden vooral het slachtoffer van een jarenlang gebrek aan aandacht voor omgevingsvervuiling in Vlaanderen en fungeert als kanarie in de koolmijn. Laten we niet opnieuw dezelfde fouten maken en in de plaats daarvan kiezen voor een landbouw met minder inputs als chemische pesticiden of kunstmest. En pak als overheid ook andere vervuilingsbronnen aan, uit bijvoorbeeld de industrie. Ook vandaag wordt zulke vervuiling nog te vaak gezien als een bijproduct van economische vooruitgang, terwijl het eerder de toekomst hypothekeert. Vorige zomer nog waren enkele wachtbekkens voor drinkwater in West-Vlaanderen niet bruikbaar omdat het water te veel pesticiden bevatte.