Waarom zijn ggo's niet toegelaten in bio?
Veel nieuwe gentechnieken zoals ggo’s (genetisch gemodificeerde organismes) claimen dat ze onze voedselzekerheid kunnen verbeteren door nieuwe plantenrassen te ontwikkelen die ondanks droogte zorgen voor een betere oogst met minder pesticiden. Dat klinkt als een wondermiddel, maar toch kiest biologische landbouw voor een andere weg. Waarom?
In de biologische landbouw is het gebruik van ggo’s (genetisch gemodificeerde organismes) niet toegelaten, omdat ze haaks staan op de principes van bio waarbij de boer samenwerkt met de natuur en de biodiversiteit rond zijn akker beschermt. Deze biodiversiteit betekent ook ruimte voor een grote genetische diversiteit in gewassen. Deze diversiteit zorgt ervoor dat een grotere variëteit aan planteneigenschappen bewaard blijft. Eigenschappen die mogelijk vroeg of laat van pas kunnen komen met wisselende weersomstandigheden of plagen.
Plaats in het ecosysteem
Een plant werkt samen met zijn bodem, insecten en weersomstandigheden. Als deze in balans zijn met elkaar ontwikkel je de perfecte plant met een gezonde weerstand. De biosector stimuleert boeren daarom om zelf aan de slag te gaan met het ontwikkelen van hun eigen vitale plantenrassen. Met deze methode ontwikkel je unieke gewassen afgestemd op hun omgeving en in samenwerking met hun ecosysteem. Gentechnologie gaat uit van een ander principe: zij willen een superefficiënt plantenras ontwikkelen dat bestendig is tegen alle ziektes en weersomstandigheden, ongeacht de omstandigheden waarin de plant groeit. Hiermee claimen ze een snelle en doeltreffende oplossing te vinden voor de uitdagingen van de klimaatverandering en om het pesticidengebruik te kunnen verminderen. Toch zijn er ook duidelijke keerzijden.
Verlies van keuzevrijheid
Boeren kopen de genetisch gemodificeerde planten met het idee een efficiënte oplossing te hebben gevonden voor een vruchtbare oogst. Ze betalen hier ook kostelijk voor: ze kopen een licentie voor vaak eenjarige planten met vaak bijbehorende pesticiden – allemaal onder een dure merknaam met een streng juridisch patent. Hierdoor mogen (bio)boeren niet meer zelf hun zaden telen, en neemt de biodiversiteit aan gewassen af. Zowel de boer als de winkelbezoeker verliest daarmee in keuze aan groente of fruit. Tijdens de laatste eeuw verloren we al ongeveer 75 procent van onze groenten-en fruit variëteiten.
Bovendien schuilt er een groot risico in het wereldwijd promoten van een zeer beperkt aantal plantenrassen en in het ontwikkelen ervan in een laboratorium, weg van reële en belangrijke omgevingsfactoren als wisselende bodemkwaliteit, biodiversiteit en klimaatomstandigheden. Wanneer je deze elementen niet meerekent, riskeer je dat planten hun voedingswaarde, smaak en veerkracht kunnen verliezen.
Blijft bio ggo-vrij?
Dat biologische landbouw gentechvrij wil zijn staat dus voorop, maar kan het deze status blijven garanderen? De Europese Commissie maakt momenteel plannen om nieuwe GGO-technieken vrij te stellen van de bestaande strenge regelgeving. Dit betekent geen verplichte risicoanalyse, traceerbaarheid en etiketteringsplicht en een grote kans dat deze ggo-producten onzichtbaar in je winkelmandje terechtkomen. Onze gezondheid, onze natuur en onze keuzevrijheid als consument en (bio)boer staan met deze nieuwe gentechieken momenteel dus onder druk.