Microslachthuizen
Er is een grote nood aan kleine slachthuizen. Het project 'Nood aan microslachthuizen' onderzoekt hoe dat gerealiseerd kan worden.
Samenwerkingsverband om lokale, kleinschalige slachthuizen op te richten
juli 2021 - 30 juni 2023
Operationele Groepen - Departement Landbouw & Visserij (Vlaamse overheid)
7 veehouders, VSH vzw, RCC-Belgium bv, BioForum vzw, Hogeschool Odisee, Federatie van het Belgische Vlees (FEBEV) vzw, Boerenbond en Steunpunt Korte Keten.
De afgelopen jaren zijn veel kleine, regionale slachthuizen gesloten. Daardoor duurt het transport vanaf de boerderij tot aan een slachthuis langer. De transportafstand en transportduur zijn belangrijke factoren in het stressgehalte van de dieren in de laatste levensuren. Bovendien zijn de schaalvergroting en de diergebonden specialisatie van de resterende slachthuizen een hinderpaal voor veehouders van hoevevlees. Zo is er in de regio Antwerpen – Vlaams-Brabant – Limburg geen kleinschalig slachthuis. Tijdens de Corona-lockdown in 2020 werd dat gemis nog nijpender.
Geen mobiel slachthuis?
De laatste jaren werd de haalbaarheid van een mobiel slachthuis onderzocht. Dat kan een oplossing zijn voor het slachten van pluimvee, maar voor grotere landbouwhuisdieren is de rendabiliteit van een mobiele slachteenheid een struikelblok. Bij runderen zijn er daarvoor vijf tot zes slachtingen per dag nodig. Er zijn maar weinig biologische veehouders die zoveel dieren op één dag laat slachten. Een oplossing zou zijn om dieren van meerdere veehouders naar een (mobiele) slachtlocatie te voeren. Hierdoor verdwijnt echter het voordeel dat dieren niet moeten worden getransporteerd.
Dit bracht de operationele groep samen op het idee om de haalbaarheid van het (her)openen van kleine, regionale slachthuizen te bestuderen. Daar kunnen dan verschillende grotere diersoorten (schapen, geiten, herten, varkens, runderen en paarden) worden geslacht. De ultieme betrachting is om samenwerkingsverband(en) op te richten om lokale, kleinschalige slachthuizen uit te baten. Dit moet de transportafstand naar slachthuizen reduceren, het dierenwelzijn optimaliseren en de korte ketenafzet stimuleren.
Meer informatie bij Paul Verbeke (zie contactgegevens hieronder) en André Calus.