Bloemen

Door biologische bloemen te kopen, doe je mensen, natuur en ook bijen een plezier. Maar hoe herken je een biologische bos bloemen? 

Afbeelding
zonnebloemen

Bloemenseizoen

Verse lokale biobloemen bloeien van maart tot eind oktober, of zolang het weer dit toelaat. In de lente zijn er paasbloemen en kleurrijke tulpen. Het seizoen eindigt in de herfst met de laatste dahlia’s. 

Op een biologisch bloemenveld vind je tijdens het seizoen tussen de 30 en 60 bloemensoorten: een mengeling van bollen, vaste planten, snijgroen, kruiden, eenjarige en meerjarige gewassen. Eenjarigen worden elk jaar op een ander perceel uitgeplant. Die vruchtwisseling of teeltrotatie zorgt ervoor dat de bodem niet uitgeput of besmet geraakt.

Vanaf november tot half maart groeien er geen verse biologische bloemen. Veel biologische bloementelers en bloemisten werken dan met wintergroen en gedroogde boeketten. Je vindt geen biologische tulpen in januari of biologische rozen het hele jaar door, zoals in de gangbare bloementeelt. Serres zijn niet verwarmd en er worden ook geen biologische bloemen ingevlogen. 

Teelt

De teelt van biologische snijbloemen begint bij een gezonde, veerkrachtige bodem. De biologische bloementeler voedt de bodem met compost of dierlijke mest. Het gebruik van kunstmest is niet toegelaten. Biobloemen krijgen tijd en ruimte om buiten in weer en wind te groeien in de volle grond. Een plant in de volle grond maakt van nature afweerstoffen aan tegen plagen en ziekten, en is dus gezond en sterk. 

Met een ‘koude’ serre kan een biologische bloementeler het seizoen wat vroeger laten starten met typische voorjaarbloeiers als ranonkels of wat langer laten doorlopen. De vorstgevoelige soorten blijven zo enigszins beschermd tegen slechte weersomstandigheden. 

> In de gangbare sierteelt worden gangbare snijbloemen als roos, gerbera, anjer,.. doorgaans intensief geteeld op substraat (steenwol, kokos,..) of op water (hydrocultuur), vb. bij tulpen. Water en meststoffen worden met behulp van druppelaars toegediend (en gerecycleerd). Om het hele jaar door dezelfde kwaliteit te kunnen leveren wordt er vaak gebruik gemaakt van extra belichting in een verwarmde serre.

Afrekenen met ziektes en plagen

Een biobloementeler gebruikt geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen, maar zet in op preventieve maatregelen om de bloemen te beschermen tegen ziekten en plagen. Denk aan zo goed mogelijke teeltomstandigheden: een goede bodemstructuur, voldoende irrigatie en verluchting. Een teler kiest sterke bloemsoorten die ziekteresistent zijn en past een ruime vruchtwisseling toe. Wanneer die preventieve aanpak onvoldoende blijkt, kan de biologische bloementeler in laatste instantie gebruik maken van een zeer beperkt aantal biologische bestrijdingsmiddelen voor het bestrijden van sommige ziekten en plagen. 

Wilde bloemenranden, hagen, heggen en houtkanten aanplanten zorgen voor een bron van diversiteit. Die trekt natuurlijke plaagbestrijders aan als lieveheersbeestjes, roofmijten, gaasvliegen en sluipwespen. Ze beschermen tegen schadelijke insecten als spint, rupsen, roestmijt, witte vlieg, bladluis, ... De landschapselementen bieden beschutting en voedsel voor akkervogels, die schadelijke larven van muggen en slakken opeten.

Kwaliteit oogsten

Oogsten gebeurt drie à vier keer per week. De bloemen mogen nog geen bestuiving hebben gekregen, want dat vermindert de houdbaarheid aanzienlijk. Een bioboer ziet aan de meeldraadjes wanneer een bloem plukrijp is. Bloemen die toch al bestoven zijn, mogen gewoon in bloei komen, zodat nuttige insecten als bijen, hommels en vlinders er  stuifmeel en nectar uit kunnen halen.

De oogst vindt vroeg in de ochtend plaats of ’s avonds als het wat is afgekoeld. Dankzij de dauw hebben de bloemen heel de nacht kunnen drinken en zit er nog veel water in hun steel. Wanneer het ’s avonds wat is afgekoeld, hebben de bloemen onder invloed van het zonlicht een hele dag suikers aangemaakt, die de houdbaarheid verbeteren.

Bewaring

Meteen na de oogst worden de biobloemen gekoeld en in vers water bewaard. De ideale temperatuur voor de meeste biobloemen is tussen 0 en 5°C, want dan verbruiken ze minder suikers (voeding) en zijn ze minder gevoelig voor ethyleenschade. Ethyleengas kan bladvergeling, bladval en verwelking veroorzaken. Fruit en groenten produceren veel ethyleen. Daarom plaats je een boeket niet in de buurt van een fruitmand.


Een biologisch boeket is afhankelijk van de soort bloemen één week tot tien dagen houdbaar. Gangbare snijbloemen worden onmiddellijk na de oogst op water met een chemisch voorbehandelingsmiddel geplaatst. Dit voorkomt vaatverstopping, bladvergeling en vroegtijdige verwelking. In een klassiek, gangbaar boeket zit ook vaak een zakje ‘snijbloemenvoedsel’: dat bevat naast suikers ook altijd een bacterieremmend middel dat biologische telers liever niet gebruiken. De biosector is nog op zoek naar milieuvriendelijkere alternatieven, maar telers schudden bloemen handmatig uit om de boeketten insectenvrij te maken

Waar koop je biobloemen? Hoe herken je ze?

De laatste jaren neemt het aanbod biologische bloemen toe: 
-    Een Plukabonnement  bij CSA-boerderijen
-    Zelfpluk op een bloemenplukweide 
-    Boekettenverkoop bij bioboerderijen, sommige bloemisten, biologische voedingswinkels en -afhaalpunten of zelfs online. 

Heel wat floristen gebruiken termen als duurzame, ecologische, fairtrade of zelfs biobloemen, maar in de praktijk blijkt dat niet altijd te kloppen. Vraag dus zeker naar de herkomst! Bio is een wettelijk beschermd begrip. Je herkent biologisch geteelde bloemen aan het Europese biolabel. Bloemisten kunnen een boeket ook biologisch laten certificeren wanneer het 100% biologisch is, maar dat aanbod staat bij bloemisten nog in de kinderschoenen.

Waarom kiezen voor biobloemen?

Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid van België toonde aan dat een gangbaar boeket gemiddeld tien verschillende soorten pesticideresidu’s bevat. Bij rozen ligt dat aantal zelfs nog hoger. Bloemen zijn geen voedingswaar en er gelden ten opzichte van onze voeding dus minder strenge Europese normen met betrekking tot het gebruik van pesticiden. Bij de teelt van bloemen in niet-Europese landen worden vaak aanzienlijke hoeveelheden pesticiden gebruikt; veel van die chemische middelen zijn bij ons zelfs verboden. Zo breng je met een boeket bloemen onbewust een cocktail van pesticiden in huis.