Rundsvlees

Biologische veehouders kiezen voor een diervriendelijke aanpak. Ze stimuleren het natuurlijke gedrag van hun dieren en houden hen gezond met biologisch voer, frisse buitenlucht, genoeg leefruimte in de stal en zo weinig mogelijk medische ingrepen.

 

Afbeelding
Rundvlees

Vrije buitenloop

In Vlaanderen staan runderen minstens van half mei, vaak al vanaf april, tot half oktober buiten. Ze komen ook ’s nachts niet binnen. Daarom kiest bio voor inheemse, veerkrachtige rassen die zich goed aan de lokale omstandigheden aanpassen. Deze robuuste dieren lopen minder risico op specifieke ziekten en kunnen zonder hulp op natuurlijke wijze kalven of werpen.

Veel voorkomende biorassen zijn de Franse Blonde d’Aquitaine en Limousin, het Britse Hereford rund en diverse Vlaamse dubbeldoelrassen (die zowel vlees als melk leveren) zoals Kempens Rood Bont, Wit Rood van Oost-Vlaanderen en Rood van West-Vlaanderen.

In de stal

Het afmesten van volwassen biorunderen mag binnen gebeuren - op voorwaarde dat ze niet langer dan één vijfde van hun leven binnen verblijven. Een jong kalf (>100 kg) heeft recht op minstens 1,5 m² stalruimte, tot 200 kg is dat 2,5 m². Een volwassen rund van pakweg 700 kg krijgt minimaal 7 m².

Runderen moeten in de stal makkelijk vrij kunnen rondlopen, gaan liggen, eten, zich verzorgen, ... Ze krijgen een schone en droge lig- of rustruimte, met voldoende droog, natuurlijk strooisel op de vloer. Die vloer mag voor maximum de helft bestaan uit latten of roosters.

Biologisch voer

Biodieren worden gevoed met biologisch voer dat aangepast is aan de behoeften van het dier, en veel minder met krachtvoer. Een bioveehouder produceert zoveel mogelijk voer zelf en houdt niet meer dieren dan zijn grond aan kan. Zo beperkt hij overbegrazing, vertrappelen van de bodem, bodemerosie en vervuiling door een teveel aan mest.

Biologische runderen kunnen naar hartenlust grazen op biologische weidegronden waarop geen chemische gewasbescherming (insecticiden, fungiciden, herbiciden) of kunstmest gebruikt worden. Meestal eten ze grasklaver, waardoor hun vlees rijker wordt aan gezonde omega 3-vetzuren. Minstens 70% van het dagrantsoen van runderen moet de bioboer zelf telen of aankopen bij een biologisch landbouwbedrijf uit de regio waarmee hij samenwerkt. Het rantsoen bestaat uit biologisch ruwvoer (grasklaver), verse of gedroogde biologische voedergewassen (bv. luzerne) of biologisch kuilvoer. 

Maximaal 40% van het voer is biologisch krachtvoer (granen, veldbonen, erwten en zonnebloemen) dat hij mag aankopen bij een veevoederfabrikant. Vlaamse biologische rundveehouders voeren weinig of geen soja of mais. Ggo-soja en -mais zijn sowieso verboden. Een positieve lijst in de wetgeving bepaalt welke ingrediënten toegelaten zijn in het voer. 

Natuurlijke voortplanting en groei

Biologische runderen leven in principe vanaf hun geboorte op een biologisch bedrijf. De biologische veehouder streeft naar een natuurlijke voortplanting en geboorte van zijn dieren, zonder hormonen of gelijkaardige stoffen. Ook klonen en embryotransplantatie zijn verboden. Kunstmatige inseminatie mag wel. 

Vlaamse rundveehouders laten hun toekomstige moederdieren eerst rustig groeien: de eerste kalving gebeurt pas als de koe 2,5 à 3 jaar oud is. Dat is later dan in de gangbare landbouw, maar de extra kostprijs wordt gecompenseerd doordat moederdieren in bio doorgaans ouder worden. Koeien van 10 tot 15 jaar zijn niet uitzonderlijk. ze ondergaan 7 tot 10 kalvingen (vs. gemiddeld 2 à 4 in gangbaar). 

Biokalveren ouder dan een week worden niet afgezonderd in individuele boxen of ministallen, maar mogen mee met de groep. Ze mogen tenminste drie maanden bij de moeder drinken, daarna eet het kalf mee met de rest van de kudde. 

Focus op dierenwelzijn

Dierenwelzijn staat voorop bij de biologische veeteelt. In de biologische veehouderij kiest men minder voor maximale productie. Biovleesrassen zijn slanker en kunnen zonder problemen zelf bevallen, vaak zelfs alleen in de wei. Daarmee vermijdt de biologische veehouder een keizersnede en de bijhorende antibiotica en pijnstilling.

Runderen worden doorgaans onthoornd voor de veiligheid van de veehouder en de rest van de kudde. In bio wordt dat afgeraden omdat de hoorns een rol spelen in het metabolisme van de dieren. Bij biologisch-dynamische runderen is onthoornen verboden. In de praktijk onthoornen bioboeren enkel stieren die op latere leeftijd worden geslacht (na 18 maand) en veilig samen met andere stieren in de weide moeten kunnen rondlopen. Bij de ingreep moet altijd een dierenarts aanwezig zijn voor de verdoving. 

Gezondheid

Een bioveehouder gaat voor een preventieve aanpak: hij kiest voor sterke rassen, verstrekt biologisch hoogwaardig voer, zorgt voor verplichte buitenloop, stimuleert lichaamsbeweging, voorziet ruime en geschikte stallen, ... Dat alles moet het gebruik van geneesmiddelen reduceren. Preventief geneesmiddelen toedienen is niet toegestaan in bio. Ook verboden zijn stoffen om de groei of de productie te bevorderen. Vaccinatie is wel toegestaan.

Medische ingrepen zijn alleen toegelaten als de veiligheid (van dier of mens) in het gedrang is of als het gaat om de verbetering van de gezondheid, het welzijn of de hygiëne van dieren. Pijnlijke ingrepen moeten onder verdoving gebeuren, zowel in gangbaar als in bio.

Wordt een dier ziek, dan zijn verschillende pistes mogelijk. Zo hebben jonge runderen wel eens last van wormen. Ze sneller naar een andere weide brengen, kan soms soelaas bieden. Dankzij preventieve maatregelen kan het antibioticagebruik sterk beperkt worden. Biologische veehouders kijken ook naar fytotherapie of homeopathie.

Toch is antibiotica soms nodig, bv. bij luchtwegproblemen, diarree (kalf), een uierontsteking of een verwonding. Als de boer klassieke geneesmiddelen gebruikt, dan moet hij dat laten weten aan zijn controle-organisatie. Zowel in gangbaar als in biologisch geldt een wachttijd voordat het vlees van het zieke dier op de markt mag worden gebracht. Bij biologische dierlijke producten is de wachttijd dubbel zo lang als in gangbaar.

Naar het slachthuis

Bij een stabiele veestapel worden er evenveel dieren geslacht als er kalvingen zijn. In bio zijn er vaak een aantal uitverkoren moederdieren die oud mogen worden. Alle andere dieren worden jong geslacht, net als in de gangbare veeteelt. 

In bio is er weinig vraag naar kalfsvlees. Klanten verwachten dat kalfsvlees een llichtroze kleur heeft, maar die wordt veroorzaakt door bloedarmoede. In bio lopen de kalveren mee buiten en krijgen ze een gezonde voeding aangereikt. Daarom heeft biologisch kalfsvlees een donkerdere kleur. Kalfjes jonger dan 6 maanden worden in bio niet geslacht.

Er zijn geen exclusieve bioslachthuizen in Vlaanderen, wel (gangbare) slachthuizen die voor bio gecertificeerd zijn. De slacht van biologische dieren verloopt dus noodgedwongen identiek aan de slacht voor gangbare dieren. Versnijden gebeurt in biologische versnijderijen en slagerijen.

Verwerking

Zuiver vlees (vb. biefstuk) mag nooit additieven bevatten - noch in bio, noch in gangbaar! Voor bewerkte vleesproducten is het aantal toegelaten additieven veel beperkter dan voor gangbare vleesproducten. Zo zijn smaakversterkers, waterbindende stoffen en kunstmatige aroma’s verboden. Voor bepaalde additieven als nitriet gelden strengere limieten.

Vergelijking gangbaar vs. biologisch

vergelijkende tabel rundsvlees