Waarin verschilt biologische landbouw met andere landbouwvormen?

Biolandbouw mag de ogen niet sluiten voor andere initiatieven. Andere landbouwsystemen leggen de nadruk op thema’s die in bio ook wel hun plaats verdienen. Elk duurzaam landbouwsysteem legt zijn eigen accent, het ene is niet beter of slechter dan het andere. Biologisch landbouw wordt echter wel als enige gecontroleerd onder een Europese biowetgeving en heeft een erkend bio-label. 

Afbeelding
Veld

Gangbare landbouw

Met de term gangbare landbouw willen we onderscheid maken met biologische landbouw: alle landbouw die niet biologisch is, is gangbaar

In de praktijk betekent ‘gangbare landbouw’ meestal dat de boer gebruik maakt van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, dat hij zich specialiseert in een zeer beperkt aantal gewassen en weinig of geen teeltrotatie toepast en mogelijk zelfs teelt op substraat in plaats van in volle grond. Bij veehouders betekent gangbaar meestal dat de boer een groot tot zeer groot aantal dieren houdt, die slechts in beperkte mate buiten lopen of permanent op stal verkeren. De bewegingsruimte van deze dieren is kleiner dan bij biologische veehouderij. 

Biodynamische landbouw

Biodynamische landbouw voldoet als vorm van biolandbouw aan alle wettelijke verplichtingen voor bio zoals die in de EU-wetgeving staan. Biodynamische bedrijven krijgen extra normen opgelegd voor bemesting, dierenwelzijn en stoffen die toegelaten zijn in de verwerking. Biodynamische boeren voeden hun dieren met biologisch stro en veevoer, waarvan ze minstens 80 procent zelf hebben geproduceerd. Dieren krijgen ook meer plaats en koeien mogen hun hoorns houden. Daarnaast kiezen ze voor een ruime vruchtwisseling in hun teelten. In de praktijk telen ze maar één keer in de vijf jaar een bepaald gewas op hetzelfde stuk grond. Ze kiezen dan ook voor een diversiteit aan gewassen. Bij voorkeur gebruiken ze zaadvaste rassen.

De biologisch-dynamische principes zijn omgezet in een lastenboek. Wie voldoet aan de criteria van het lastenboek, mag gebruik maken van het internationale Demeter-label.

Agro-ecologische landbouw

Een term die de laatste jaren meer ingang vindt is agro-ecologie. Agro-ecologie is geen productiemethode, maar een holistische visie op het landbouwsysteem. Agro-ecologie is zich bewust van de impact van de hele voedselketen. Ook de manier waarop voedsel wordt verdeeld, verwerkt en verhandeld moet eerlijk en sociaal zijn. Ze hechten veel belang aan lokale en traditionele landbouwsystemen. Principes die bijvoorbeeld terugkomen zijn: het recycleren van voedingsstoffen (bv. mest en compost om de bodem te voeden) de zorg voor een gezonde, van nature vruchtbare bodem, geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest of ggo’s.

Biolandbouw kan gezien worden als een vorm van agro-ecologie. In praktijk blijken biologisch bedrijven vaak agro-ecologisch te werken. Want biologische bedrijven hebben vaak ook aandacht voor eerlijke prijzen, lokale aankoop en afzet, duurzame keuzes... waardoor ze niet alleen biologisch, maar ook agro-ecologisch werken. Agro-ecologie laat zich echter niet vertalen in een lastenboek en er bestaat geen label voor agro-ecologische landbouw. Dit betekent dat er ook niet gecontroleerd wordt of een boer zich werkelijk aan de principes van agro-ecologie houdt. 

Permacultuur

De term permacultuur komt uit het Engels en is een samentrekking van de woorden ‘permanent’ en ‘agriculture’. Bij permacultuur doet men aan landbouw door natuurlijke ecosystemen na te bootsen. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat permacultuurboeren hun bodem bedekken of mulchen, omdat een onbedekte bodem in de natuur ook niet voorkomt. Hulpbronnen als water en licht worden zo optimaal mogelijk ingezet. Daarom zie je in de permacultuur vaak dat er verschillende lagen (tot wel 7) op eenzelfde stuk grond geteeld worden, gaande van wortelgewassen over kruidachtigen tot hoogstambomen. Elk van deze lagen heeft in een permacultuursysteem ofwel een productieve ofwel een ondersteunende functie. De meeste gewassen die gebruikt worden zijn ook meerjarige gewassen. Een andere vaak terugkerende landbouwvorm zijn voedselbossen. Dat is een vorm van permacultuur. 

Permacultuur beperkt zich niet tot een manier om aan landbouw te doen: het is een systeemvisie waarbij ook de sociale, economische en culturele pijlers belangrijk zijn. Er bestaat geen lastenboek of wettelijke regelgeving voor permacultuur. 

Regeneratieve landbouw

De nieuwste term die de laatste maanden regelmatig opduikt in de media is regeneratieve landbouw. Regeneratieve landbouw heeft als bedoeling om hulpbronnen zoals de bodem en de biodiversiteit te verbeteren en versterken. Methoden zijn bijvoorbeeld minder bodembewerking, permanente bodembedekking, vruchtwisseling en begrazing, technieken die vaak ook al door biologische boeren worden toegepast. Echter zijn het gebruik van pesticiden en ggo's bij regeneratieve landbouw niet uitgesloten. 

In België en in Europa gaat het hier vooralsnog eerder om een visie of strekking dan om een concrete definitie. In Amerika bestaat er intussen wel een lastenboek en label voor regeneratieve landbouw. 

Nieuwe vormen van 'bodemloze' landbouw

Nieuwe vormen van ‘duurzame’ en efficiënte landbouw schieten als paddenstoelen uit de grond: hightech-kweeksystemen in een afgesloten hal waarbij gewassen in de hoogte worden geteeld, gesloten watersystemen waarbij de vissen voedingsstoffen (uitwerpselen) leveren voor de planten, stadslandbouw waarbij groenten gekweekt worden in containers. Sommige van deze landbouwvormen passen ook de principes van biologische landbouw toe. Alleen kunnen deze nieuwe circulaire vormen van landbouw niet worden gecertificeerd als 'bio' om de eenvoudige reden dat ze niet in volle grond produceren.