Wat zijn de principes van bio?
Bio is een wettelijk beschermde term. Producten die bio worden genoemd, moeten voldoen aan de Europese biowetgeving. Maar de principes van de biosector gaan verder dan de wet. Ze laten zich samenvatten in vier woorden: gezondheid, ecologie, zorg en rechtvaardigheid.
De term bio is wettelijk beschermd. Om een voedingsproduct bio te mogen noemen, moet het voldoen aan de Europese biowetgeving. Iedereen die biologische voeding produceert of op de markt brengt, krijgt regelmatig een controleur over de vloer. Bovendien zijn de regels in heel de Europese Unie hetzelfde.
Idealen gaan verder dan de wet
De biosector beschouwt de Europese biowetgeving als startpunt. In de wetgeving staan de normen voor de productie, maar er wordt niets gezegd over bijvoorbeeld duurzaam transport, afvalbeheer of eerlijke prijzen. Dat is nochtans ook belangrijk, vindt de internationale biobeweging. Zij wil dus verder gaan dan de wet en ziet vier basisprincipes waar bio naartoe moet groeien en waaraan voedselproductie zou moeten beantwoorden:
1. Gezondheid
De biosector vindt de gezondheid van bodem, plant, dier en planeet even belangrijk als die van de mens. Bio wil gezonde voeding produceren, op een gezonde manier. Concreet betekent dat:
- Geen kunstmest, want dat zorgt voor een ongezonde bodem met weinig bodemleven
- Zo weinig mogelijk gebruik van bestrijdingsmiddelen, medicijnen en antibiotica
- Een sterk beperkt gebruik van additieven
2. Ecologie
De natuur bestaat uit kringlopen en ecosystemen. De biolandbouw streeft er naar deze systemen te respecteren: de boer teelt in een levende bodem en dieren mogen in hun natuurijke omgeving verblijven, bijvoorbeeld grazend in de wei.
De biosector houdt sterk rekening met de draagkracht van de natuur: een bodem moet gevoed worden om teelten te kunnen voortbrengen. Een maximale productie is niet het streefdoel. In de veehouderij beperkt de biosector bijvoorbeeld het aantal dieren per hectare om problemen als mestoverschotten of erosie te voorkomen. Tot slot gaat er veel aandacht naar biodiversiteit en probeert de biosector zo ecologisch mogelijk om te gaan met grondstoffen, water en energie.
3. Zorg
Biologische boeren kiezen voor een landbouw die geen schade toebrengt aan de natuur en die zorgzaam omspringt met dieren. Dat is de maatschap voor elke nieuwe ontwikkeling. Onze voedselproductie mag niet ten koste gaan van de natuur of de gezondheid van mens of dier. Technologische oplossingen als ggo's die alleen als doel hebben de productie te verhogen, wijst de biosector af.
3. Rechtvaardigheid
Voedselproductie moet voor iedereen rechtvaardig zijn: van boer tot consument. Boeren moeten kunnen leven van hun werk en een eerlijke prijs betaald krijgen voor hun producten. En consumenten moeten voor een correcte prijs een voedzaam product kunnen kopen. Alle tussenschakels tussen boer en consument moeten ervoor zorgen dat iedereen loon naar werken krijgt.
Ook voedselzekerheid valt onder dit principe. Obesitas, voedselverspilling, hongersnood: de huidige voedselproductie en -distributie is onrechtvaardig. De toegang tot gezond voedsel moet beter.